Aanbod in kader van nascholing
Maar hoe doe ik het nu in de praktijk? Een dag aan de slag met casuïstiek.
Je hebt je contextuele opleiding gedaan. Je bent vertrouwd geraakt met de contextuele begrippen. Je hebt je door “Tussen geven en nemen” van Nagy geworsteld. Je hebt nog andere boeken en artikelen over het contextuele gedachtegoed gelezen. Je hebt enig zicht ontwikkeld op je persoonlijke achtergrond en de doorwerking daarvan in jouw functioneren als contextueel hulpverlener. En toch vraag je je regelmatig af hoe je nu vanuit dit contextuele gedachtegoed in een bepaalde casus kunt werken. Maar hoe doe ik het nu in de praktijk?
Herkenbare vraag?
Op deze dag gaan we doen waar een oefendag voor staat: gewoon veel oefenen! Met elkaar ontdekken welke methodische handvatten het contextuele gedachtegoed geeft. Van elkaar leren hoe je het toepast. En hoe het contextuele past bij jou. Dat doen we in een veilige sfeer van werken als collega’s die met elkaar op zoek zijn.
Groepsgrootte: minimaal 8, maximaal 10 personen.
Doelgroep: contextueel opgeleide hulpverleners (bijvoorbeeld de 2 jarige basisopleiding bij Leren over Leven OICS afgerond)
Ben je na het lezen van ons aanbod enthousiast geworden?
Om de dag goed te laten verlopen, is de volgende voorbereiding van belang:
1. Iedere deelnemer levert twee weken voorafgaand aan de dag een casus in bij de trainer
2. De beschrijving omvat:
· Relevante (geanonimiseerde) persoonsgegevens van de cliënt (leeftijd, gezinssamenstelling)
· Kader van de hulpverlening (vanuit welke organisatie, aard van de hulp)
· Korte situatiebeschrijving
· Jouw vraag bij deze casus
· Welk gesprek of welke situatie wil je dat geoefend wordt
3. De omschrijving is niet langer dan 0,5 A4 en bevat tevens jouw naam en mailadres
4. Uit deze casuïstiek kiest de trainer vier cases en een reservecasus. Bij de selectie zal worden gekeken naar verscheidenheid en aard van de casuïstiek. Voorkom dat je de meest ingewikkelde casus uitkiest. Dergelijke casuïstiek vormt veelal niet het meest werkzame oefenmateriaal.
5. De trainer bericht de deelnemers van wie de casus is uitgekozen. Deze inbrengers verspreiden een week voorafgaand aan de oefendag de casus aan alle deelnemers.
6. Voor de oefendag bereiden de vijf inbrengers het volgende voor:
· Het genogram van jouw casus op een flap of groot vel papier
· Een mondelinge toelichting van maximaal 5 minuten op dit genogram
· Een keuze van de situatie die je wilt oefenen
· De rol die je in het simulatiespel wilt innemen (cliënt of hulpverlener)
7. Alle deelnemers lezen de vijf toegezonden cases van tevoren goed door. Op de dag zelf ruimen we daar geen tijd meer voor in.
8. Streven is om op de dag vier cases aan bod te laten komen. De reservecasus is beschikbaar wanneer er iemand door ziekte uitvalt of wanneer er tijd over is.
9. Na afloop van de dag vernietigt ieder de toegezonden casuïstiek, zowel digitaal als de uitgeprinte versie
Ik zie uit naar een inspirerende werkdag!
Praktische informatie
17 maart 2025
09:30 tot 16:30, koffie en thee inbegrepen
Utrecht
€ 150,-
OCHU25