Tharukshan Selvam: Een dure les over het werken met kinderen uit migrantengezinnen

Harukshan Selvam maakte begin dit jaar een eind aan zijn leven nadat hij gepest zou zijn op zijn middelbare school. Vanaf 2015 gaat Tharukshan naar het Grotius College in Heerlen. Hij is dan al zo’n vijf jaar in Nederland. Tharukshan is het jongste kind van de Sri Lankaanse familie Selvam, die vanwege een burgeroorlog naar Nederland komt en asiel krijgt. Volgens zijn familie was hij vooral online het mikpunt van pesterijen, waarschijnlijk van medescholieren. Op de laatste dag van de kerstvakantie besluit de 15-jarige uit het leven te stappen.

De Inspectie Jeugdzorg concludeert in een rapport dat de zorg en ondersteuning onvoldoende passend is geweest, omdat de betrokken professionals niet integraal naar de jeugdige en diens opvoedsituatie gekeken hebben en er niet met ouders is gesproken.

In ‘Met het oog op morgen’, werd Kitlyn Tjin a Djie geïnterviewd over deze zaak.

De centrale vraag was: Wat gaat er mis bij de Jeugdzorg aan migrantenkinderen?

Kitlyn leidt vanuit haar Bureau Beschermjassen hulpverleners op om beter om te gaan met diversiteit. De kennis die zij deelt in deze uitzending maakt duidelijk dat hier een expert aan het woord is. Haar inzichten -extra verdiept door een grote compassie met de doelgroep- zijn niet alleen van belang voor hen die met kinderen en jeugdigen werken, maar voor elke professional die met migranten te maken heeft. Ik deel ze daarom graag met jullie.

Kitlyn stelt dat hoewel er bij hulpverleners vaak sprake is van passie, het ons ontbreekt aan kennis. Hierdoor zien en horen we niet wat er eigenlijk nodig is voor migrantengezinnen en hun kinderen. We focussen te veel op het individu.

Hier fronste ik even mijn wenkbrauwen, omdat ik –als contextueel hulpverlener- mezelf zie als een professional die juist de relatie centraal stelt. Maar ik was nieuwsgierig wat zij hierover nog meer te zeggen zou hebben, gelukkig maar, want ik had er geen woord van willen missen…

15-Jarigen, zo geeft Kitlyn aan, zijn in een fase-overgang, op weg naar volwassenheid. Het is van belang dat je in zo’n fase-overgang ingebed bent in je familie. Een individuele benadering is daarom voor geen enkele adolescent goed.

Het gezinssysteem is kwetsbaar op zo’n moment.

In het geval van migratie zijn er belangrijke anderen achtergebleven en is het familiesysteem gehavend. Hierdoor kan het systeem niet functioneren, zoals het dat kon in het land van herkomst. Het kost enorm veel energie om weer manieren te vinden om met elkaar om te gaan.

De ouders van Tharukshan hebben verlies van land en taal meegemaakt, vaak gaan kinderen in die situatie het verdriet van ouders mee helpen dragen. Ze gaan de ouders ontzien, ze gaan ze troosten, zorgen dat ze niet lastig zijn. ‘Wat je vaak ziet is dat kinderen heel loyaal worden aan de pijn en het verdriet van hun ouders en geen aandacht vragen voor hun eigen pijn.’

Je verwacht dat ze –gezien hun leeftijd- de boel ontregelen. Ze zouden voluit moeten gaan, hun hart moeten volgen, maar dat doen ze niet.

In het Inspectierapport wordt dit als volgt omschreven: de jongen wilde de ouders niet teleurstellen en schermde hen zoveel mogelijk af van berichten over slechte cijfers, over het pesten, over zijn problemen.

De wereld binnen het gezin en de wereld daarbuiten verschilt, daardoor kan er afstand ontstaan tussen ouders en kinderen. Het kost een enorme krachtsinspanning om deze bij elkaar te brengen, omdat ze conflicteren en spanningen oproepen.

Omdat hulpverleners vaak niet het besef hebben dat dit het thema is van de tweede generatie migrantenkinderen, krijgen ze van hulpverleners vaak geen erkenning voor het offer dat ze brengen.

Kitlyn: We doen alsof alle families hetzelfde zijn en dat is niet zo. In families met een collectieve achtergrond, ook wel wij-culturen genoemd, staat familie-continuïteit boven alles, familierelaties en de afhankelijkheid daarvan staan centraal.

Dit maakt dat je andere vragen stelt. Waar hulpverleners gewend zijn te vragen: Wat wil jij nu besluiten? Zou hier meer passend zijn: Wie heb je nodig om een besluit te nemen?

Hulpverleners leren in hun opleidingen te weinig de context te verkennen door contextvragen te stellen, zo stelt zij. Voor mij als contextueel hulpverlener zeer herkenbaar en uit het hart gegrepen!

Zij illustreert dit aan de hand van de volgende vragen: Wie weet er nog meer van je verdriet? Voor wie verberg je het? Wie is steunend? Maar ook: Wie is vroeger steunend geweest, voor jullie naar Nederland toe kwamen? Hoe zag de familiestructuur er toen uit? Wat deed je familie in tijden van kwetsbaarheid en verdriet? Welke rituelen zijn er in je familie?

Vanwege deze prachtige contextvragen voel ik me ineens op bekend terrein.

Maar toch…waar ik me zeer van bewust ben geworden door me te verdiepen in deze zaak, is de ongelooflijke inspanning die het van migranten vraagt om zich in een nieuw land te vestigen. Om hier aan een nieuwe context te bouwen, die over een aantal generaties gevoeld kan worden als van hen. Dat kost tijd en enorm veel veerkracht van families. Migratie werkt ontwrichtend en dit vraagt om meer dan passie en betrokkenheid van ons als professionals. Het vraagt een extra inspanning, om (nog) deskundig(er) te worden op juist die aspecten die het mens-zijn en het familieleven van deze gezinnen zo onder druk zetten.

Ik ben blij met de wijsheid en deskundigheid van collega’s als Kitlyn die hierin voorop gaan en ik pleit ervoor dat deze deskundigheid geïntegreerd wordt in alle sociaal agogische opleidingen. Wij zullen deze handschoen in ieder geval nog nadrukkelijker oppakken binnen onze opleidingen.